Deze medicijnen zijn enkel en alleen voor de export
Dosering: 1 capsule per duif per dag. In geval van zware infecties 2 -3 dagen.Indicaties: Trichomoniasis en Hexamitiasis.
Bijwerkingen: Verminderde wateropnamen, neurotoxiciteit, groeiremming, gewichtsver-
mindering, gestoorde spermatogeneses en dunne faeces.
Waarschuwing:
Niet toepassen bij te consumeren duiven
Aan imidazol verbindigen een mutagene werking toegeschreven.
Niet toepassen met andere antibacteriële of antiparasitaire middelen
Imidazolverbindigen zijn toxisch bij langdurige behandeling van duiven
Mogelijke nadelige effecten op de vruchtbaarheid van duiven en de jonge duiven van dieren die behandeld zijn met dit middel zijn niet uit te sluiten. Bij gebruik van een antibacterieel middel is het aan te raden tevens probiotica (Bijvoorbeeld Bony-Probiotica) toe te passen gedurende de kuur, tot enkele weken nadien om de darmflora die altijd te leiden heeft onder dit soort middelen sneller te doen herstellen.Deze probiotica kunnen eventueel samen gegeven worden met Bony-SGR.
Verkrijgbaar in potjes van 50 of 100 capsules
NB. Lees de algemene opmerkingen over Magistrale dier-
geneesmiddelen.
Bewaring: Droog en op kamertemperatuur
Buiten het bereik van kinderen houden.
Algemene opmerkingen:
Onder magistrale diergeneesmiddelen verstaan we diergeneesmiddelen die door een dierenarts vervaardigd mogen worden. Diergeneesmiddelen in Nederland dienen voorzien te zijn van een zgn. registratie. Bekend als Reg. NL. Deze middelen zijn dan geregistreerd om toegepast te worden voor een of enkele diersoorten. Indien er voor een kwaal geen geregistreerd diergeneesmiddel beschikbaar is moet een dierenarts nagaan of er voor een andere diersoort een diergeneesmiddel beschikbaar is dat enerzijds geregistreerd is en anderzijds toegepast kan worden voor de kwaal die hij wenst te behandelen. Is er voor de kwaal die de dierenarts wenst te behandelen geen geregistreerd diergeneesmiddel voorhanden en is er tevens geen geregistreerd diergeneesmiddel voor een andere diersoort, dan moet de dierenarts kijken of er een humaan geneesmiddel geschikt is. Als de dierenarts op deze manier geen passend middel vindt heeft hij de bevoegdheid om voor de betreffende kwaal van de betreffende diersoort zelf volgens bepaalde regels een diergeneesmiddel te vervaardigen.